Labaer

Labaer

Doorgaans refereren de op fotografie geënte beelden van Pieter De Decker aan het menselijk handelen binnen een groots natuurkader. Hier echter lijkt het alsof hij de mens wil verdringen en de toeschouwer het landschap van ‘weleer’ wil teruggeven. Een fase in de ontwikkeling van het landschap waarbij de aanwezigheid van de mens minder indringend was. Daarom opteerde hij voor een weids en relatief onaangetast zicht aan de meanderende Maas. Een plaats die hoewel de stad daar toch niet zo ver vandaan is, het gevoel genereert van een zich verwijderende mens en van wegstervende geluiden. Aan deze bocht van de grote rivier plaatste Pieter De Decker een aantal transparante fotografische vlakken die door hun opstelling doen denken aan middeleeuwse twee- of drieluiken en in die zin ook refereren aan die historische figuur, die zo sterk met Maaseik wordt vereenzelvigd: Jan Van Eyck. Pieter De Decker schildert echter niet met olieverf, hij doet dat met licht. De gelaagdheid in zijn werk komt bovendien niet tot stand door de befaamde glacistechniek van de vermelde Vlaamse Primitief, maar doordat hij de transparante beelden – bewerkte opnamen van omliggende landschapsgezichten – confronteert met de expositieplaats aan de Maas. Tussen de gepresenteerde opnamen en de locatie ontstaat er op die manier een wisselwerking en evoceert de kunstenaar een nieuw imaginair landschap, dat bovendien door het veelal achterliggend zonlicht baadt in een wat onwezenlijke sfeer. De fotografische opnamen van het verstilde landschap lijken hierdoor een beetje uit zichzelf op te lichten naar analogie met het onbestemde ‘Turneriaanse’ licht dat ook elders in het oeuvre van Pieter De Decker is terug te vinden en dat een intense correlatie bewerkstelligt tussen vorm, kleur en licht. De toeschouwer gaat gaandeweg vanuit een nostalgisch gevoel, locatie en werk ervaren als een onverbrekelijke geheel. Het gecombineerde gezicht krijgt hier een romantische dimensie, waarbij het gevoel van de mens als nietig wezen te midden van de grootse natuur à la Caspar David Friedrich nooit ver weg is.

– door Dan Holsbeek (tekst voor expo ‘Rappel’ in Maaseik, juli 2010)

Labaer

recto: one-way-vision-folie
verso: translucente folie op achterkant
200 x 90 cm, gemonteerd op zwart stalen frame

© juni 2010